Waar kwaliteit
op de eerste plaats staat
slider_bg_3
Voor al uw elektrotechnische
werkzaamheden
Erkende elektro-installateur
met ruim 10 jaar ervaring

Veel Gestelde Vragen

Hieronder hebben wij een aantal veel gestelde vragen vermeld. Heeft u een vraag waarover u misschien meer advies wilt, neemt u dan gerust contact met ons op. Wellicht kunnen wij u van dienst zijn met het juiste antwoord.

Wanneer is een hoofdschakelaar verplicht
Een hoofdschakelaar is sinds september 2005 verplicht in elke groepenkast. Dit geldt voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven of ingrijpende aanpassingen worden gedaan aan de elektrische installatie of groepenkast.

 

Wanneer is een aardlekschakelaar verplicht 
Groepen met een overstroombeveiliging (stop/zekering) van ten hoogste 25 A waarvan wandcontactdozen deel uitmaken, moeten zijn beveiligd door een aardlekschakelaar met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. Indien deze wandcontactdozen zijn aangebracht in ruimten waar sprake is van de volgende gebruiksfuncties of subgebruiksfuncties:

  1. woonfunctie;
    2. logiesfunctie;
    3. celfunctie;
    4. onderwijsfunctie voor basisonderwijs;
    5. onderwijsfunctie voor speciaal onderwijs;
    6. bijeenkomstfunctie.

 

Kort samengevat:
In woonhuizen moeten bij het vervangen, uitbreiden of aanpassen van de groepenkast alle groepen verplicht worden beveiligd door een aardlekschakelaar.

Hoeveel aardlekschakelaars heb je minimaal nodig
Vroeger bestond er nog onderscheid tussen zogenaamde natte en droge groepen. Natte groepen waren bijvoorbeeld de keuken of de badkamer. Toen hoefden alleen de stopcontacten van de droge groepen beveiligd te worden. Tegenwoordig moeten alle stopcontacten verplicht beveiligd worden door een aardlekschakelaar. Dus ongeacht het een natte of een droge groep is.

Het is niet verstandig om alles achter één aardlekschakelaar te plaatsen, omdat dan bij uitschakeling de gehele installatie spanningloos raakt. Er moeten dan ook altijd minimaal twee aardlekschakelaars worden toegepast. Het is aan te raden om de groepen van één verdieping te verdelen over beide aardlekschakelaars. In geval van storing heb je dan toch nog altijd een lichtpunt in de buurt.
Hoeveel groepen mogen er achter een aardlekschakelaar 

Er mogen maximaal 4 groepen worden geplaatst achter één aardlekschakelaar. Het maakt hierbij niet uit of deze groep 2 of 4-polig is uitgevoerd.

Toepassing aardlekschakelaars in kantoorpanden

In een nieuwbouw kantoorpand wordt een nieuwe verdeelkast geplaatst met daarin een 4 polige hoofdschakelaar van 160 A. Met daarin een aantal krachtgroepen en een aantal groepen gecombineerd (werkplek wandcontactdozen en Lichtgroepen) heeft men de groepen niet beveiligd door middel van een aardlekschakelaar. Is dit toegestaan?

In kantoorruimten behoeven de wandcontactdozen niet achter een 30mA ALS geplaatst te worden. Wel dient hierbij gekeken te worden of aanvullende bescherming, door middel van een aardlekschakelaar, niet om een andere reden gewenst is, bijvoorbeeld omdat er niet een voldoende lage aardverspreidingsweerstand haalbaar is (dit geldt overigens doorgaans bij zgn. TT-stelsels). Bij een verdeler van 160A is altijd sprake van een TN-stelsel en is de circuitweerstand voldoende laag.

Er zijn internationaal wel discussies gaande om de aardlekschakelaar ook verplicht te stellen in de kantooromgeving, maar zover is het nog niet.

Wanneer moet uw installatie aan de nieuwste normen voldoen 
De bestaande installatie moet voldoen aan de eisen ten tijde dat de woning werd gebouwd. Als aan deze installatie niets gebeurd dan zijn er geen aanpassingen nodig. Wanneer er uitbreidingen/aanpassingen plaatsvinden aan de elektrische installatie dan moeten deze voldoen aan de laatste normen.

Met betrekking tot de groepenkast betekend dat het volgende: 

  • De groepenkast moet zijn voorzien van een hoofdschakelaar
  • De groepenkast moet zijn voorzien van minimaal 2 aardlekschakelaars
  • Geen onderscheid meer tussen “droge” en “natte” groepen
  • Er mogen maximaal 4 groepen worden beveilig door één aardlekschakelaar

Conclusie: 
Elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar.

Waarvoor dient een beltransformator
Een beltransformator heeft u nodig voor de juiste werking van de deurbel. De deurbel werkt namelijk op zwakstroom (meestal 8 Volt) en kan dus niet op 230Volt worden aangesloten. Hiervoor gebruikt u een beltransformator. De beltransformator zit meestal in de meterkast en zorgt ervoor dat de stroomvoorziening van 230 Volt naar meestal 8 Volt wordt omgevormd.

 

Wanneer moet men een aparte groep toepassen?
Apparaten met een hoger vermogen dan 2000 Watt vereisen een aparte groep.

BIJVOORBEELD: 

  • wasmachine
  • vaatwasser
  • combimagnetron
  • wasdroger
  • oven
  • inductiekookplaat t/m 7300 Watt achter een kookgroep
  • inductiekookplaat vanaf 7400 t/m 11.400 Watt achter een krachtgroep (3 fase)

Opmerking:
Elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar.

 

Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast
Op een 1 fase groepenkast (1x230Volt/35-40A) mogen maximaal 12 groepen.

Wat verstaat men onder een kookgroep (fornuisgroep)
Een kookgroep bestaat uit 2 gekoppelde groepen. Als je bijvoorbeeld elektrisch wilt gaan koken, moet de groepenkast uitgebreid worden met een zogenaamde kookgroep.

Een kookgroep kan toegepast worden bij kooktoestellen (inductie/keramisch) met een maximaal aansluitvermogen van ten hoogste 7300 Watt. Bij kooktoestellen met een aansluitvermogen vanaf 7400 t/m 11.400 Watt dient gebruik te worden gemaakt van een krachtgroep, welke alleen kan worden toegepast bij een 3 fasen aansluiting.

Wat is een aardlekautomaat
Een aardlekautomaat is een installatieautomaat (groep) gecombineerd met een aardlekschakelaar. Dit is een uitstekende oplossing voor bijvoorbeeld de tuinverlichting.

1 fase of 3 fase groepenkast
Als u een nieuwe groepenkast gaat kopen, dan moet u de keuze maken tussen een 1-fase en een 3-fase groepenkast. In de meeste huizen zit een 1-fase groepenkast.

Hoe komt u te weten welk type aansluiting u heeft ?
Dit kunt u controleren door op de KWh meter te kijken naar de aansluitwaarde.

– staat er 220/230 Volt op dan heeft u een 1 fase aansluiting.

– staat er 380/400 Volt dan heeft u een 3 fase aansluiting.

Het type aansluiting kunt u tevens nazien op het jaaroverzicht van uw energiebedrijf.

 

Wanneer overstappen op een 3 fase aansluiting?
Voor uw woning zal in het algemeen een aansluiting met een hoofdbeveiliging van 1x35A voldoende zijn.

Installaties tot 5500 VA (Watt) bij 230 Volt hebben meestal een hoofdbeveiliging van 1x25A (230Vx25A).

Installaties tot 8000 VA (Watt) bij 230 Volt hebben meestal een hoofdbeveiliging van 1x35A (230Vx35A).

De hierboven genoemde vermogens zijn het verwachte maximaal gelijktijdig af te nemen vermogen. Dat wil zeggen: het vermogen wat u gemiddeld gelijktijdig gebruikt.

Bij een te verwachten groter gelijktijdig vermogen, dus bij een gebruik van meer dan 8000 VA (Watt) zult u dus een driefasen aansluiting moeten aanvragen.

De werking van een installatie-automaat (groep)
Een installatieautomaat beveiligt de installatie tegen kortsluiting en overbelasting. Kortsluiting kan bijvoorbeeld ontstaan door een defect in een apparaat. Bij overbelasting wordt er teveel vermogen van een groep afgenomen.

Dit kan gebeuren als meerdere grote verbruikers aan staan, bijvoorbeeld bij gelijktijdig gebruik van een waterkoker, een stofzuiger en een koffiezetapparaat. Maar ook als men een droger koopt en deze op dezelfde groep als de wasmachine aansluit. Daarom moeten een wasmachine en een droger altijd op twee verschillende groepen aangesloten worden.

Een installatieautomaat heeft dezelfde functie als de oude stoppen, de smeltzekeringen. Het voordeel van de automaat is dat deze niet defect raakt, maar weer ingeschakeld kan worden zodra de oorzaak van het uitschakelen verholpen is.

De werking van een aardlekschakelaar
Een aardlekschakelaar is een extra beveiliging van de installatie. Er kunnen fouten optreden waarbij de installatieautomaat (nog) niet uitschakelt. Vaak heeft dit te maken met oude apparaten in een vochtige omgeving, zoals een koelkast of vrieskist. Er kan gevaar ontstaan als de aarding van zo’n apparaat niet in orde is. Het apparaat kan dan onder stroom komen te staan zonder dat dit leidt tot uitschakeling van de installatieautomaat. In dat geval biedt de aardlekschakelaar extra veiligheid.

Al bij een kleine lekstroom schakelt de aardlekschakelaar uit. Zo staat er geen spanning meer op het apparaat en kan je het zonder gevaar aanraken. Als de aardlekschakelaar uitgeschakeld is ga je als volgt te werk:

  • Schakel de groepen achter de betreffende aardlekschakelaar uit.
  • Schakel de aardlekschakelaar weer in.
  • Schakel de groepen één voor één weer in.
  • Zodra de aardlekschakelaar weer uitschakelt, laat je desbetreffende groep uit. de overige groepen kunnen ingeschakeld blijven.

Veel mensen weten dit niet, maar een aardlekschakelaar moet regelmatig getest worden. Op de aardlekschakelaar zit een testknop. Zodra deze wordt ingedrukt moet de aardlekschakelaar automatisch uitschakelen. Reageert de aardlekschakelaar niet op de testknop, neem dan contact op met uw elektricien.

Veiligheidsaarding
De veiligheidsaarding heeft een heel speciale functie. Deze wordt zo genoemd omdat deze draad direct, en zonder onderbrekers naar de aardelektrode gaat die zo diep in de grond is geplaatst, dat zij altijd in het grondwater staat. In oude huizen zie je nog wel eens dat er geen aardelektrode/aardpen aanwezig is, maar dat de waterleiding gebruikt wordt als aarding.

Toen de waterleidingen ook ondergronds nog van koper gemaakt waren gaf dat een prima aardleiding, met de huidige kunststof leidingen kan en mag dat niet meer .

Conclusie: 

– De aardleiding dient verbonden te zijn met een aardpen.

De aardleiding wordt in sommige gemeenten gekoppeld aan de aarding die deel uitmaakt vanuit de voedingskabel van uw energiebedrijf.

 

Wat is een lekstroom
Een lekstroom kan ontstaan doordat een storing is opgetreden in een apparaat waarbij op het metalen chassis elektrische spanning komt te staan. Bij een zogenaamd geaard apparaat zal de lekstroom via de wandcontactdoos wegvloeien. Bij een niet geaard apparaat, zal bij aanraking de elektrische stroom door het lichaam wegvloeien naar aarde. In beide gevallen is de retourstroom niet gelijk aan de stroom die het huis via de aardlekschakelaar is ingegaan, de aardlekschakelaar treedt in werking voordat de situatie levensbedreigend is geworden.

Aandachtspunten bij de aanleg van een nieuwe groep
Bij het aanleggen van een nieuwe groep dient u rekening te houden met het volgende:

Bij het aanpassen van de groepenkast is men verplicht de nieuw te plaatsen eindgroep achter een aardlekschakelaar van maximaal 30mA (=0,03A) te plaatsen.

Met andere woorden: de volledige installatie moet dan worden aangepast en achter twee aardlekschakelaar van maximaal 30mA worden geplaatst en dus ook de wasmachine.

Let wel even op, want er mogen maximaal maar 4 groepen op één aardlekschakelaar.

De aanwezigheid van aardlekschakelaars in nieuwe en gewijzigde huisinstallaties is in Nederland volgens de NEN 1010 sinds 1975 verplicht. Ze worden veelal in de groepenkast opgenomen. In installaties na 1996 en sinds 1 september 2005 is het zelfs verplicht, om in woningen waarvan de bouwvergunning is afgeven na deze datum, alle eindgroepen in de groepenkast verdeeld achter twee aardlekschakelaars van 30mA te plaatsen (bij meer dan twee eindgroepen).

Wilt u weten wat we voor u kunnen betekenen?